
Ik zit in de trein op weg naar het strand, heb een mooie jurk aan en heb oudroze strikken in mijn haar. In de trein is het heel licht, lichter dan de zon het zou kunnen maken maar niet zo fel dat ik mijn ogen dicht moet knijpen. Ik zit op een ouderwets uitziende rode bank met naast mij mijn emmertje met schepje, harkje en zeefje. Ik ben vrolijk en blij, heb zin om naar het strand te gaan. Van onder de bank klinkt de stem van mijn vriendinnetje Maria, ze vraagt hoe het met mij gaat en we praten samen. Het is een gezellig gesprek en ik vertel haar wat ik de laatste tijd heb meegemaakt. Ik voel me volmaakt gelukkig.
Dagdromen, daar was ik goed in. In mijn wereld liepen dagdromen en werkelijkheid door elkaar en zorgden ervoor dat ik vaak niet bereikbaar was voor mensen om mij heen. Ik koos mensen uit die ik binnenliet, waarmee ik liet zien dat ik ook sterk was en niet alleen dagdroomde. De mensen die ik toeliet zagen dat ook, vooral op school hielp mij dat omdat deze mensen zagen dat ik de lessen meekreeg. Doordat dagdromen en werkelijkheid zo lang door elkaar heen liepen werd ik onzeker, ik wist niet meer wanneer mijn droomwereld stopte en de werkelijkheid begon. Met de geboorte van mijn zoon Jan heb ik het grootste gedeelte van mijn droomwereld achter me moeten laten.
Zingen doe ik graag, op de Vrije School is hier, van kleins af aan, veel aandacht voor. Nu zing ik in het Oudleerlingenkoor van de Vrije School. Als ik oud schoolgenoten van mijn leeftijd tegenkom herinneren ze zich mij vaak niet, mijn zusje herinneren ze zich wel. Heel erg verwonderlijk vind ik dat niet, ik was zo goed als onzichtbaar, daar heb ik tijdens mijn loopbaan ook last van gehad. Om mij heen had ik een muurtje staan. Steen na steen is deze afgebroken en ik kon meer en meer van mezelf laten zien, waarmee ook mijn droomwereld steeds minder invloed had op de realiteit. Echter het gevolg was dat ik me onzeker voelde in de maatschappij. De bereidheid om mijn muur af te breken en met mezelf aan het werk te gaan is een lang proces geweest, met veel vallen en opstaan.
In 2020 was er een doorbraak omdat ik toen, vanuit mijn werk, een coach kreeg omdat ik ‘alweer’ was uitgevallen met veel migraine. Met haar begeleiding heb ik de basis gelegd waaraan ik verder ben gaan bouwen. Een herkenbare tendens die zich eens in de zoveel jaren voordeed.
Met de coach heb ik naar mijn loopbaan gekeken, we hebben gekeken naar wat ik leuk vind en wat ik nooit meer zou willen doen. Altijd weer kwam mijn sterk sociale talent naar voren, mijn inlevingsvermogen en mijn coachvaardigheden. Duidelijk was dat daar mijn kracht ligt. De rol van docent past hier natuurlijk perfect bij. Toch was het, met mijn verleden, niet vanzelfsprekend om zo’n stap te maken. Mijn onzekerheid en niet weten of ik geschikt ben, heeft me lang parten gespeeld. Niet voor niets heb ik 3 dagen getobd en getwijfeld voordat ik de teammanager van Aventus belde. Mijn meeloop dag in Deventer was heel erg spannend maar al snel wist ik dat dit was waar ik op mijn plek zou zijn.
En dan zijn er ineens twee jaar voorbij. Twee jaar van hard werken, niet alleen aan mijn ontwikkeling maar ook aan alle aspecten die nodig zijn om als docent voor de klas te staan, voor mij zijn mijn ontwikkeling en het functioneren als docent onlosmakelijk met elkaar verbonden.
‘Er komt een moeder met haar zoon bij Gandhi. De moeder vraagt aan Gandhi of hij haar zoon kan overhalen om geen suiker meer te gebruiken. Gandhi vraagt de moeder om 3 dagen later terug te komen met haar zoon. 3 Dagen later is de moeder terug met haar zoon. Gandhi zegt tegen de zoon dat hij geen suiker meer moet gebruiken, de zoon neemt dit aan. De moeder vraagt aan Gandhi waarom hij dat 3 dagen geleden niet tegen haar zoon kon zeggen. Gandhi zegt dat hij toen zelf nog suiker gebruikte’.
Deze wijsheid vertelde mijn docent Tho Ha Vinh tijdens mijn opleiding in Zwitserland en altijd is dit verhaal mij bijgebleven en met grote regelmaat komt het terug. Zo ook afgelopen twee jaar want elke laag waar ik doorheen ging, elke theorie die ik leerde moest ik me eerst eigen maken, me ermee verbinden en het doorleven. Pas dan is het me eigen en kan ik het uitdragen.
Zoals ik in het tabblad ‘Mijn ontwikkeling’ beschrijf zijn het maken van de leeruitkomsten de rode draad door mijn opleiding en mijn ontwikkeling geweest. De weg die ik heb afgelegd als student, van het niet snappen waar ik mee bezig ben tot het opschrijven en doorleven van mijn leeruitkomsten met elk hun leerpunten en bijbehorende groei. De leeruitkomst(en) waar ‘De 6 rollen van de leraar1’ aan bod kwamen zijn voor mij erg belangrijk geweest. Niet alleen in het geven van lessen maar ook in het begeleiden van studenten en niet in de laatste plaats voor mezelf en mijn opleiding. Het simpele feit dat bijvoorbeeld een les een kop en een staart moet hebben, dat een gesprek met een student gestructureerd moet zijn met ook een kop en een staart waren voor mij ware eyeopeners. Daarnaast gingen tijdens het bestuderen van de 6 rollen theorieën voor mij leven en vielen puzzelstukjes op hun plaats.
Voor mij is dit het hart van de opleiding en dit gaf mij de structuur waar ik naar op zoek was. Ik voel me prettig in een omgeving waar een duidelijke structuur is maar ben ook in staat om in een ongestructureerde omgeving structuur aan te brengen om vanuit daar verder te gaan.
Mijn collega’s heb ik om feedback en leerpunten gevraagd over mijn ontwikkeling van de afgelopen twee jaar. Samenvattend geven zij het volgende aan:
- Marijke heeft grote stappen gezet op pedagogisch en didactisch gebied. In het hoe ze voor de klas staat, hoe ze lessen ontwerpt en hoe ze orde houdt
- Studenten weten wat ze aan Marijke hebben als slb’er, ze is betrokken, betrouwbaar en scherp en kan goed luisteren. Haar valkuil, waar ze zich van bewust is, is dingen willen oplossen voor de student
- Marijke is een betrouwbare, flexibele, oprechte, vriendelijke hardwerkende collega waar je goed mee kunt sparren maar soms te loyaal is
- Marijke is leergierig en kan goed met feedback en kritiek omgaan
- Marijke heeft zich ontwikkeld tot professioneel en vakbekwame docent
- Marijke heeft veel potentie, dat aangegeven is dat ze kan doorgroeien naar senior docent is daar het bewijs van
- Marijke draagt veel kennis met zich mee, niet alleen vakinhoudelijk maar ook pedagogisch en didactisch en mag dat meer uitdragen
- Marijke mag meer trots zijn op wie ze is
- Marijke is soms wat gereserveerd en afstandelijk en slaat dicht bij felheid of directheid van collega’s. Hierin mag Marijke groeien, zodat ze kan reageren op een neutrale manier
- Marijke brengt rust en structuur in het team
- Marijke geeft meer en meer haar grenzen aan
- Marijke heeft een eigen manier van ontwikkelen, reflecteert hier veel over en spart hierover met collega’s
- Studenten hebben geluk als ze Marijke als slb’er hebben, ze heeft aandacht voor het welzijn en welbevinden van haar studenten. Een veilig leerklimaat vindt Marijke erg belangrijk, bij bedenkingen of signalen waarbij het niet goed gaat ze eerst in gesprek, ze stelt vragen en doet, als het nodig is, aanpassingen in de klas
- In de teamrollen van Belbin2 is Marijke de vormer (gericht op resultaat), zorgdrager (hoge concentratie en accuratesse), monitor (evalueren van ideeën en suggesties) en specialist (vertaalt algemene termen in vaktechnische en voegt deskundige gezichtspunten toe)
- Naast alle serieuze zaken heeft Marijke een goed gevoel voor humor
De meegegeven leerpunten van mijn collega’s neem ik graag mee:
1. Te veel voor studenten willen oplossen
2. Doorgroeien naar senior docent
3. Meer trots zijn op wie ik ben
4. Niet meer ‘dichtslaan’ en reageren op een neutrale manier
5. Teamrollen Belbin2
Ad 1: Ik ben me zeer bewust van de valkuil om te veel voor mijn studenten op te willen
oplossen. Wat ik ontdekt heb is dat meebewegen met de student hierbij helpt,
meedenken en oplossingsgericht zijn, maar ook in moeilijke of vervelende
situaties oprecht en eerlijk zijn en dus soms nee verkopen.
Ad 2: Het doorgroeien naar senior docent is iets wat ik graag wil. Het is een stip op de
horizon en zeker niet onbereikbaar.
Ad 3: Trotser zijn vind ik moeilijk. In een recente talentenanalyse die ik heb gemaakt
komt bescheiden zijn als een talent naar voren. Hiermee wordt bedoeld dat ik een ‘nuchtere’ kijk heb op mijn eigen prestaties en nagenoeg niet afhankelijk ben van persoonlijke waardering. Voor mij vertaalt trotsheid zich in me blij voelen en energie hebben. Het feit dat ik, op een enkele uitzondering na, al bijna twee jaar geen migraine aanvallen heb gehad is hiervan een bewijs.
Ad 4: Het niet meer dichtslaan of bijna letterlijk een stap achteruitzetten is iets waar ik
al een hele tijd mee bezig ben. Het is een doorgaand proces dat mijn volle aandacht heeft.
Ad 5: De teamrollen van Belbin2 hebben mijn collega’s niet zozeer als leerpunt
meegegeven maar zo zie ik het wel. Ik zou mij graag meer willen ontwikkelen in de rol van plant (bron van inspiratie) en groepswerker (specie die het team bij elkaar houdt, wij gevoel geeft en zorgt voor gezelligheid, sfeer en een hoog groepsmoreel). Ook dit is al in gang gezet en daar ga ik mee door. In mijn nieuwe team krijg ik alle kans om aan de groepsrollen te werken.
Tijdens de eerste LOB (loopbaan- oriëntatie en begeleiding) lessen bij Dienstverlening krijgen de studenten een opdracht om een brief aan zichzelf te schrijven. De brief moet gaan over hoe jij jezelf ziet over 5 jaar. In navolging daarvan sluit ik mijn reflectie af met een overpeinzing waar ik mezelf over 5 jaar zie.
Over 5 jaar ben ik 58 jaar en ben ik senior docent op Aventus.
Over 5 jaar is het laatste stukje muur geslecht en sta ik zelfverzekerd in het leven met een mooi gevulde rugzak waar ik uit put.
Over 5 jaar ben ik een bloem in volle bloei die haar geuren kan verspreiden zodat anderen mee kunnen genieten, zeer (on)bewust bekwaam maar nog lang niet uitgeleerd...
Bron 1: Slooter, M. (januari 2022). De zes rollen van de leraar. In M. Slooter, De zes rollen van de leraar. Huizen: Uitgeverij Pica.
Bron 2: Belbin. (2024, maart 25). Belbin NL. Opgehaald van Teamrollen: https://www.belbin.nl/teamrolmodel/teamrollen/